Oorarts, ga je daar naar toe als je last hebt van je ogen?
Ga je naar de oorarts als je last heb van je ogen? Nee, dat lijkt mij niet waarschijnlijk. Maar zo staat het wel in mijn nieuwe boek Het Lot. Op bladzijde 89 staat dat opa naar de oorarts gaat, omdat hij steeds slechter kan zien. Mijn nichtje attendeerde mij hierop. Natuurlijk gaat opa niet naar de oorarts, maar naar de oogarts. Enkele regels verderop op dezelfde bladzijde staat dat ook.
Het woordje oorarts is dus een drukfout. Ik vraag me af hoe het kan dat deze fout in de tekst staat. De tekst is zo vaak nagelezen; door mijzelf, door de tekstredactie, door mijn acht bijzondere jeugdredacteuren en ook nog eens door een collega. En allemaal hebben we er overheen gelezen. Hoe kan dat nou?
Vlotte lezers lezen een tekst niet letter(greep) voor letter, maar hebben een directe woordherkenning. Ze weten in één keer welk woord er staat, zonder dat ze elke letter apart lezen. Ook vult de lezer vanuit de context de woorden zelf in. In mijn boek praten Ruben en opa over de ziekte van opa en dat hij naar het ziekenhuis moet. Opa zegt dan: “Ik kan steeds slechter zien en ben bij de oorarts geweest.” De vlotte lezer die deze zin leest weet dan al wat er kan komen. Hij zal deze zin tijdens het lezen zelf aanvullen of het woorddeel –arts herkennen. De lezer weet daardoor dat het om een oogarts gaat, zonder dit woord letterlijk te lezen.
De niet zo vlotte lezer zal niet zomaar over dergelijke fouten lezen. Sterker nog; het kan hem in verwarring brengen. Hè, wat staat er nu? Wat volgt is dat deze lezer de zin opnieuw leest of het woord spellend, letter voor letter, leest. Nou behoren deze lezers tot mijn doelgroep. En daarom wil ik dat de teksten in mijn boeken foutloos zijn. Toch lukt dat niet altijd. Hoe vaak de tekst ook wordt herlezen. En daar baal ik ontzettend van.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!